De leverbot leeft in stilstaand ondiep water en is ook heel vaak in de vochtige omgeving en dichtbij het water te vinden. Ze leven niet op de droge zandgronden of weides die goed zijn afgewaterd. Het leefgebied is de rand van slecht onderhouden en slecht afwaterende greppels, of schuine en afgetrapte slootkanten bij drinkplaatsen. . Hoewel leverbot een waterminnende slak is, is ze wel in staat om droogteperiodes tot zelfs enkele maanden te overleven. Als hun omgeving opdroogt, verdwijnen ze in de bodem en sluiten ze hun schelp af met een prop modder. Als deze plaatsen weer vollopen met water komen ze weer massaal tevoorschijn. Leverbotslakken leven, afhankelijk van de strengheid van de winter, één tot anderhalf jaar. Omdat deze slakjes alleen bij vochtige plaatsen leven, zien we dat leverbot infecties beperkt blijven tot de dieren die hebben gegraasd op die gebieden waar ook het slakje kan overleven.

De leverbot

De volwassen leverbot leeft in de galgangen van de lever en produceert grote eieren die met de mest worden uitgescheiden. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de aanwezigheid van water, ontwikkelt zich binnen 10-20 dagen uit het ei een larfje die in het water rond zwemt en actief op zoek gaat naar de poelslak. Het larfje dringt de slak binnen, vermenigvuldigt zich en ontwikkelt verder tot een volgend stadium, de zogenaamde cercariae. Deze cercariae kruipen uit de slak, en zwemmen rond om zich op een grasspriet vast te zetten. We noemen ze dan metacercariën en zijn ongeveer een speldeknop groot. Onder Nederlandse omstandigheden kunnen deze stadia eerst rond half augustus verwacht worden. Zodra de temperatuur in het voorjaar stijgt, verlaten zij de slak en zetten zich af op het gras. Deze voorjaarsinfectie komt voor, maar is uitzonderlijk. Na opname door het dier doorboren de jonge larfjes de darmwand en kruipen via de buikholte naar de lever waar ze dan enkele weken rondkruipen alvorens in hun eindstation- de galgangen- te belanden. Dit geeft grote schade aan vooral de lever. De tijd die verloopt tussen moment van infectie en het geslachtsrijp worden van de leverbotten is minimaal twee maanden maar duurt meestal tien tot twaalf weken. Op zijn vroegst verwachten we dus bij nieuwe infecties pas half oktober leverbot eieren in de mest. Meestal is dat later (december/januari) omdat de totale cyclus zelden optimaal verloopt (4 – 5 maanden). Leverbotten kunnen, indien het dier dit overleeft, wel 10 jaar oud worden.

Plaatje levenscyclus leverbot

Symptomen

Leverbot infecties kunnen bij dieren van alle leeftijden veel problemen veroorzaken. Bij een ernstige acute infectie vanaf half augustus tot de winter (najaarsinfectie, meestal rond de 3-6 weken na begrazing en opname van vele leverbottten) kan acute sterfte optreden door het rondtrekken van de leverbotlarven in buik en lever, waardoor ontstekingen en bloedingen optreden. Een acuut verloop met sterfte blijft meestal beperkt tot enkele dieren, andere dieren zijn ziek en slap, hebben bleke slijmvliezen en gezwollen buiken door bloederige vochtophoping. In een later stadium wanneer de leverbotten de galgangen bereiken en volwassen bloedzuigende wormen geworden zijn, zullen conditieverlies en gebrek aan eetlust opvallen. De dieren hebben bleke slijmvliezen. Als er niet wordt ingegrepen treedt ook hier sterfte op. De chronische vorm van leverbotziekte, bij geringere opname van leverbotlarfjes, wordt vooral gezien in de winter en later. De dieren zijn vermagerd, hebben bleke slijmvliezen, de wol en vacht is grauw en dor en laat makkelijk los( kale plekken). Ook wordt zucht (een geelachtige kleur) tussen de onderkaaktakken gezien. Bij ernstige chronische infecties kunnen dieren embryo’s verwerpen of slappe of dode jongen werpen. Uiteindelijk kan ook sterfte door uitputting optreden.

Behandeling

In Nederland zijn enkele ontwormingsmiddelen beschikbaar specifiek voor leverbotinfecties bij schapen. Dat zijn producten gebaseerd op triclabendazole of closantel. Triclabendazole komt voor in Fasinex, Tribex en de combinatieproducten Endex (met levamisol) en Triclamox (met moxidectine). Deze middelen zijn zowel werkzaam bij acute als bij chronische leverbot. In Nederland is er inmiddels een wijdverspreide resistentie van leverbot tegen triclabendazole waardoor dit middel vaak niet meer werkt. In het geval van acute leverbot met sterfte is geen ander werkzaam diergeneesmiddel in Nederland geregistreerd en de verwachting is dat deze op korte termijn ook niet ontwikkeld wordt. Controle op werkzaamheid van het middel op het eigen bedrijf kan bij positieve uitscheiding door vóór de behandeling met triclabendazole en 2-3 weken na behandeling (als alle leverboteieren uit het darmkanaal uitgemest zijn) mestonderzoek op leverboteieren te laten verrichten. Een ander leverbotmiddel is closantel. Closantel komt voor in Solantel en het combinatieproduct Flukiver Combi (met mebendazol). Met de combinatie worden ook de maagdarmwormen gedood. Sinds maart 2017 is het enkelvoudig closantel preparaat Solantel geregistreerd in Nederland. Dit middel heeft de voorkeur boven het combinatiemiddel Flukiver Combi.