Bij  koeien komen verschillende soorten maag-darmwormen voor. Of deze wormen schadelijk zijn hangt af van het aantal wormen en van de soort. Sommige wormsoorten zijn schadelijker dan andere.

Schade door maagdarmworminfecties bestaat uit verminderde groei van kalveren en pinken en daardoor mogelijk een later afkalftijdstip. De schade ontstaat door een verminderde opname van energie, eiwit en mineralen door het maagdarmkanaal. Dit leidt tot verminderde groei en/of vermagering. Op latere leeftijd kan dit bij vaarzen aanleiding geven tot een verminderde melkproductie.

Wormen en hun gastheren (onze koeien) zijn vaak al miljoenen jaren samen geëvolueerd. Zij hebben er geen belang bij als de gastheer al te zeer verzwakt of sterft. Van nature heeft ieder dier wormen. Er is een bepaald evenwicht ontstaan. Pas als dit evenwicht verstoord is, treden er problemen op. Dit kan niet alleen gebeuren door een te hoge wormdruk als gevolg van intensieve begrazing, maar ook door verzwakking van een dier door andere oorzaken.

Een andere factor is het te rigoureus ontwormen waarbij we proberen de wormen volledig te bestrijden omdat wormen ongewenst worden geacht. Het blijkt vrijwel onmogelijk om een wormsoort uit te roeien! Bovendien geldt voor veel wormsoorten dat een lichte besmetting meestal niet leidt tot ziekte. Daarentegen leiden lichte besmettingen in de meeste gevallen wel tot ontwikkeling van immuniteit waardoor oudere dieren de wormlast zelf onder controle kunnen houden. Wormbestrijding gaat dus niet zozeer om alle wormen uit te roeien, maar om wormbeheersing.