Tegenwoordig word het voor de eigenaar steeds belangrijker om op maat en dus niet blindt 4x per jaar te ontwormen. Het is niet nodig om ons dier iets in te geven tegen wormen terwijl we niet eens weten of ze überhaupt wel een worminfectie hebben. Buiten dit willen we ook resistentie voorkomen. De meest betrouwbare methode om vast te stellen of een hond of kat wormen heeft is microscopisch ontlastingsonderzoek. Het advies is om dit elke 3 maanden uit te laten voeren alvorens de ontworming te geven.

Vaker mestonderzoek wordt aangeraden bij:

  • Honden/katten die poep eten ( dit hoeft niet altijd een vitamine te kort te zijn. Dit kan ook een gewoonte van het dier zijn)
  • Honden/katten die jagen / slakken eten / vers vlees eten
  • honden die in een kennel wonen
  • honden die hun uitlaatgebied met veel andere honden delen

Alleen ernstig geïnfecteerde dieren hebben last van verminderde groei, vermagering of diarree, soms zitten er wormen in hun braaksel of hebben ze wormen bij de ontlasting.

  • 1 op de 20 honden en katten heeft wormen.
  • 1 op de 3 kennelhonden heeft wormen.
  • 2 op de 3 zwerfkatten heeft wormen.
  • als uw hond of kat poep eet, en wordt uitgelaten in een gebied met veel andere honden/katten, is de kans ook groot dat hij wormen heeft.

Een lintworm krijgt een hond, kat en mens(!) meestal door het inslikken van een vlo. Maar ook Rauw vlees vormt een risico

Een lintworm geeft bij de hond, kat en mens vooral jeuk rond de anus. Alleen als je heel veel lintwormen hebt kan je buikpijnen diarree krijgen en afvallen. Zo’n ernstige besmetting komt weinig voor.

Je hond of kat heeft misschien ook wormen, ook al heeft hij of zijn geen ziekteverschijnselen.